Show menu

Archief

Ruben Chi: Eerst de liefde en fun, dan de visie

Categorie: 'Standplaats Arnhem'Publicaties

(Door: Leendert Douma)
(Foto: Sophie Vermeulen)

Je kunt hem danser noemen, maar dat dekt de lading niet helemaal. Ruben Chi (1990) is een bewegingskunstenaar en choreograaf. Hij heeft zijn roots in de hiphop-cultuur, maar hij blijft grenzen tussen genre’s, culturen en disciplines doorbreken.

Na een jeugd in het Brabantse dorpje Zeeland kwam hij op zijn 18e naar Arnhem om aan het ROC Rijn IJssel de urban dansopleiding te doen. Met zijn crew werd hij een héle grote in de wereld van hiphop-dansbattles en hij werkte met nationale (Armin van Buren) en internationale artiesten. Maar Chi heeft ook een Arnhemse focus: hij is dansmaker bij Theater aan de Rijn/De Nieuwe Oost en choreograaf bij Introdans. En met SoulCypher en Hiphophub zet hij de Arnhemse hiphop-community op de kaart.

Waarom ben je naar Arnhem gekomen?
Ruben Chi: ““De dansopleiding hier specialiseerde zich in hiphop, en daar was ik helemaal op gefocust. Wij waren de eerste lichting, dus we konden de opleiding een beetje helpen vormen. Dat was tof. En als de lessen rond een uur of vier waren afgelopen, dan kon ik nog tot tien uur doortrainen. Ik werd constant geprikkeld met dans.”

En daarna ben je gebleven.
“Ik wilde wel wat van de wereld zien. Ik deed in Parijs auditie voor een internationale streetdance show Blaze. Daarmee ben ik van Moskou tot Taiwan en in Bahrein geweest. Dat was wel de kickstart van mijn danscarrière. Maar ik bleef gefocust: ik wilde gewoon fúcking goed worden in dans. Eindelijk had ik iets gevonden waar ik mijn ei in kwijt kon en waar ik goed in was. Ik ben toen heel veel hiphop-dansbattles gaan doen. Dat was toen nog erg underground. Het is vallen en opstaan. Het werkte als een stroomversneller voor mijn dans, in combinatie met hele veel trainen. Ik oefende onder andere bij jongerencentrum De Madser bij winkelcentrum Kronenburg. Heel veel credits voor Clifton! Want bij hem mochten generaties hiphop-dansers gratis trainen. En we waren ook veel buiten. Als je wil, kun je overal dansen.”

Samen met Roche Apinsa richtte je Ghetto Funk Collective op.
“Wij zijn door middel van dans bij elkaar gekomen. Van daaruit is een levenslange connectie ontstaan. Wat wij doen heet ‘locking’, dat is een dansstijl uit de States en komt voort uit de ‘funk-culture’. Met ons collectief – dat ook bestaat uit dj’s, een mc, fotografen en designers – vertegenwoordigen wij de funk-culture, maar dan vertaald naar het heden. Funk is uitnodigend. Het is verbinding. Het is universeel.”

Dat zie je ook bij het SoulCypher-festival, dat jij helpt organiseren. Sommige mensen noemen dat ‘het best bewaarde geheim van Arnhem’.
“We organiseren het al vanaf 2011. Het begon heel klein: just for fun. Er waren veel ‘breakin’-wedstrijden, ook wel bekend als breakdance, maar zogenaamde stand-up battles waren er in Nederland nog niet zoveel. Dus gingen wij dat doen. Op de opleiding was ruimte en de kosten betaalden we uit eigen zak. Daarna is het serieus geworden en heel groot gegroeid. Eind 2023 organiseren we de elfde editie.”

“Het begint met fun en liefde voor wat je doet, de visie komt later wel. Ik denk dat dat ook geldt voor mijn danspad. Ik had nooit precies een beeld van waar ik naartoe wilde. Dat is geleidelijk gekomen. Ik ben tien jaar lang obsessief met die battles en die underground-scene bezig geweest. Daarnaast heb ik veel research gedaan. Ik ging naar Amerika en sprak met de ‘originals’. Dat heeft me ook bodem gegeven en een besef dat er altijd een wederkerigheid is binnen dans.”

En ondertussen zette je de hiphopcultuur in Arnhem op de kaart?
“In het begin leefde de hiphop-dansscene in Arnhem nog niet aan de oppervlakte. Nu is het heel groot. De scene staat heel sterk in Arnhem. Hiphop is niet alleen verbonden met dans, het is de hele cultuur eromheen: de kennis en het gedachtegoed, de muziek, graffiti, de hele activistische kant. Dat allemaal zie je hier nu groot worden.”

Hoe kwam je met je werk in de theaters terecht?
“In 2018 heb ik een blessure gehad, op een van de meest gekke momenten in mijn carrière. Ik stond in de wereldfinale in Parijs, in een groot stadion met tienduizend mensen en veel online- en televisieaandacht. Toen scheurde ik mijn kruisband. Iedereen zag het gebeuren. Dat moment en de nasleep was voor mij een trigger om nog eens goed na te denken: wat wil ik nou echt? En het bracht de waardering voor dans terug. Ik voelde dat ik tegen een plafond zat en mijn grenzen moest doorbreken. Zo kwam ik in het theater terecht. Ik ben bij De Nieuwe Oost voorstellingen gaan maken. En daarna vroeg Introdans mij.”

“Dat ik die kansen kreeg, heeft allemaal te maken met mijn keuze om in Arnhem te blijven. Ik vertegenwoordig deze stad. Als danser en als maker ben ik met deze plek verbonden. Ik deed altijd dingen buiten Nederland, en dat zal ik ook blijven doen. Het onbekende opzoeken, daar geniet ik van. Maar er is een tweede spoor bij gekomen met meer verdieping in de dans.”

Dat kon je zien in voorstellingen als Moving Sounds en Solitude in Thetaer aan de Rijn, al ging dat door de lockdown en coronamaatregelen wat lastig. Nu ben je bezig met een derde productie. Die gaat in juli in première in Stadstheater Arnhem.
“De voorstelling heet Qi en wordt mijn meest persoonlijke. Qi spreek je hetzelfde uit als Chi, de achternaam van mijn moeder. Qi betekent ‘levensenergie’. Dat is altijd de rode draad geweest in mijn leven. Ik ben bicultureel opgevoed: mijn vader was Brabander en mijn moeder Chinees. Ik zie dat dubbele als een verrijking, maar het maakt het leven ook lastig.”

“Ik kreeg te maken met racisme. In mijn voorstelling wil ik juist de kracht van dualiteit laten zien. Alles bestaat in tweeën. Yin en yang. Mijn opvoeding uit het oosten en het westen, maar ook het goede en het kwade, licht en donker. Het een kan niet zonder het ander. Samen zijn zij één. Die essentiële unie is altijd belangrijk. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting doordat ik samenwerk met Phion, het orkest van Gelderland en Overijssel én met muzikanten en dansers uit de hiphop-scene. Alles wordt door elkaar gemixt tot een geheel, met muzikanten die worden meegenomen in de beweging – en andersom.”

En Ghetto Funk Collective?
“Dat blijft altijd een prioriteit. Daar is het allemaal mee begonnen, in a way. Eind 2023 maken we een voorstelling met The Ruggeds uit Eindhoven. Die gaat Groove heten en daarmee trekken we door alle grote zalen in Nederland.”
“Op welke plek dan ook, ik wil mijn kunstenaarschap blijven ontwikkelen en mezelf onderzoeken als mens. Eigenlijk zoek ik constant frictie op tussen wat ik ken en wat ik nog niet ken. Mensen willen je altijd in een hokje plaatsen. Ik denk dat het belangrijk is dat je jezelf niet definieert tot wat een ander van je denkt of van je verwacht. Maar dat je jezelf definieert. Dat blijf ik altijd als mijn essentie houden.”